Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1113) C (198) D (3919) E (1456) F (203) G (918) H (2205) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (719) N (386) O (793) P (523) Q (2) R (383) S (1093) T (1082) U (193) V (1253) W (1130) X (3) Y (88) Z (914)
Dutch Recording English Learn
de Alpen
the Alps
De Alpen zijn een gebergte.
The Alps are a mountain range.
de ambassade
the embassy
de ambassadeur
the ambassador
de ambtenaar
the officer
de ambtenaren
the officials
De Amerikaanse porno-industrie heeft alle opnames van pornofilms stilgelegd.
The U.S. porn industry has ceased all shootings of porn films.
de ampul
the ampoule
de analisten
the analysts
de analyse
the analysis
de ananas
the pineapple
de angst
the fear
de ansichtkaart
the postcard
de antibiotica
the antibiotics
De antwoorden waren eender.
The answers were the same.
de apostel
the apostle
de apostrof
the apostrophe
De apostrof is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel.
The apostrophe is a comma-shaped punctuation mark at the top of the line.
de apotheek
the pharmacy
de apotheker
the pharmacist
de apparatuur
the equipment
de appel
the apple
de appelen
the apples
de appels
the apples
de appeltaart
the apple pie
de appendix
the appendix
de applicaties
the applications
de arbeid
the work
de arbeider
the worker; the labourer
De arbeiders hebben erop aangedrongen met de eigenaar te praten.
The workers demanded that they talk with the owner.
de arbeidsovereenkomsten
the employment contracts
de architect
the architect
de architecten
the architects
de argwaan
the suspicion
de arm
the arm
de armen
the arms