Dutch-English Dictionary - Z

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1113) C (198) D (3919) E (1456) F (203) G (918) H (2205) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (719) N (386) O (793) P (523) Q (2) R (383) S (1093) T (1082) U (193) V (1253) W (1130) X (3) Y (88) Z (914)

Dutch	English	Learn
zodat	so that	Learn
zodra	as soon as	Learn
Zodra ik je zag, wist ik dat je ellende zou brengen.	I knew you were trouble the minute I saw you.	Learn
zoek	am looking for	Learn
Zoek ergens anders.	Look elsewhere.	Learn
Zoek hieronder een verrichting.	Search for a transaction below.	Learn
zoeken	to look for	Learn
zoeken	to search	Learn
zoekmachine	search engine	Learn
zoekopdracht	search	Learn
zoekt	is looking for	Learn
Zoekt Tom Maria nog?	Is Tom still looking for Mary?	Learn
zoektocht	quest	Learn
zoenen	to kiss	Learn
zoet	sweet	Learn
zoete	sweet (long form)	Learn
zoete peper	sweet pepper	Learn
zoethout	liquorice	Learn
zogeheten	so-called	Learn
zogenaamde	so-called; alias	Learn
zogenoemde	so-called; known as	Learn
zoiets	such a thing	Learn
zolang	so long	Learn
Zolang er leven is, is er hoop.	While there’s life, there’s hope.	Learn
Zolang ik adem, hoop ik.	While I breathe, I hope.	Learn
zolder	attic; loft	Learn
zomer	summer	Learn
zomers	summers	Learn
zomervakantie	summer holidays	Learn
zon	sun	Learn
zondag	Sunday	Learn
zonde	sin	Learn
zonden	sins	Learn
zonder	without	Learn
zonder daarbij de vrouwen zelf te viseren	without having to target the women themselves	Learn
Zonder een koppelslang werkt het irrigatiesysteem niet.	Without a coupling hose, the irrigation system won't work.	Learn