Adjectives Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	mobile (long form)	mobiele
	poor	slechte
	smaller	kleiner
	polite	beleefd
	wrong	verkeerd
	closed	gesloten
	European (long form)	Europese
	grateful	dankbaar
	public	openbaar
	in love	verliefd
	married	getrouwd
	the same	hetzelfde
	obligated	verplicht
	considerable	aanzienlijk
	development	ontwikkeling
	personal	persoonlijke
	eleven (11)	elf
	young	jong
	angry	boos
	back (direction)	weer