Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Not much longer.	Niet veel langer.
	What’s bothering her?	Wat zit haar dwars?
	What happened?	Wat is er gebeurd?
	An owl is on the roof.	Er is een uil op het dak.
	The party’s over.	Het feest is voorbij.
	How did it happen?	Hoe is dat gebeurd?
	We will not fail.	We zullen niet falen.
	Look someplace else.	Kijk ergens anders.
	Look elsewhere.	Zoek ergens anders.
	There is a vacancy.	Er is een vacature.
	What’re you guys doing later?	Wat doen jullie straks?
	Wait somewhere else.	Wacht ergens anders.
	I was somewhere else.	Ik was ergens anders.
	This isn’t fun. This is boring.	Dat is niet leuk; het is saai.
	Where are you taking me?	Waar brengt u me heen?
	both English and French	zowel Engels als Frans
	Why don’t we do it now?	Waarom doen we het nu niet?
	Do you like to eat garlic?	Eet je graag knoflook?
	We can’t fail again.	We kunnen niet weer falen.
	Where do we know each other from?	Waar kennen we elkaar van?