Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Why did Tom sell his farm?	Waarom heeft Tom zijn boerderij verkocht?
	I got a letter from Tom yesterday.	Ik heb gisteren een brief van Tom ontvangen.
	We must tell everybody what happened.	We moeten iedereen vertellen wat er is gebeurd.
	Yesterday was the first time I’ve ever seen Tom drunk.	Ik heb Tom gisteren voor de eerste keer dronken gezien.
	“But it is so delightful to swim about on the water,” said the duckling	“Maar het is zo prettig, in het water te zwemmen,” zei het eendje
	Leave that behind and teach your other children to swim!	Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
	The mother of the ducklings went to the canal with her entire family.	De moeder der eendjes ging met haar hele familie naar de gracht toe.
	if only it could get the permit to lie in the reeds	als het maar de vergunning kon krijgen, om in het riet te liggen
	“The world is so big!” all the young ones said; because now they had much more space than in the egg.	“Wat is de wereld toch groot!” zeiden al de jongen; want nu hadden zij heel wat meer plaats dan in het ei.
	no benefit	geen baat
	falling leaves	bladerval
	What’s your name? (formal)	Hoe heet u?
	What is your name?	Hoe heet je?
	Taste it.	Proef eens.
	Where’s your husband?	Waar is je man?
	added value	meerwaarde
	Is there warm water?	Is er warm water?
	his whole army	zijn hele leger
	Now came the autumn	Nu kwam de herfst
	Tom doesn’t wear glasses.	Tom draagt geen bril.