Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He gets his hair cut once a month.	Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
	It won’t be easy for you.	Het zal niet gemakkelijk zijn voor jou.
	My old shoes are completely worn out.	Mijn oude schoenen zijn helemaal versleten.
	Why do people keep making the same mistakes?	Waarom maken mensen telkens dezelfde fouten?
	What did Tom do while he was in Australia?	Wat heeft Tom gedaan terwijl hij in Australië was?
	I understand a little French, but I can’t speak it.	Ik begrijp een beetje Frans, maar ik kan het niet spreken.
	If you will be hard on yourself, life will be easy on you.	Als je hard voor jezelf bent, zal het leven gemakkelijk voor je zijn.
	And she lit all the matches in the box, for she wished to keep her grandmother with her.	En zij streek al de lucifers uit het doosje af, want zij wilde haar grootmoeder zo graag bij zich houden.
	not really	niet heus
	Don’t let go.	Laat niet los!
	the day before yesterday	eergisteren
	Drive slowly.	Rij langzaam.
	It is really so.	Het is heus zo.
	prior knowledge	voorkennis
	out of stock	niet op voorraad
	is falling apart	valt uit elkaar
	tell me something	vertel me iets
	How’s the job?	Hoe bevalt je baan?
	For tonight.	Voor vanavond.
	Have you got a beard already?	Heb je al een baard?