Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	See you in a little while.	Tot zo meteen.
	Does the color really matter?	Maakt de kleur echt wat uit?
	How much is this?	Hoeveel kost dit?
	What’s wrong?	Wat zit je dwars?
	What’s tormenting you?	Wat zit je dwars?
	It is less boring.	Het is minder saai.
	Where there’s smoke, there’s fire.	Waar rook is, is vuur.
	How are things going?	Hoe gaan de zaken?
	Is something bothering you?	Zit je iets dwars?
	to study hard	hard studeren
	Not much longer.	Niet veel langer.
	What’s bothering her?	Wat zit haar dwars?
	What happened?	Wat is er gebeurd?
	An owl is on the roof.	Er is een uil op het dak.
	The party’s over.	Het feest is voorbij.
	How did it happen?	Hoe is dat gebeurd?
	We will not fail.	We zullen niet falen.
	Look someplace else.	Kijk ergens anders.
	Look elsewhere.	Zoek ergens anders.
	There is a vacancy.	Er is een vacature.