Understand spoken Dutch

Adverbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
My mom came back from the store. Mijn moeder kwam terug van de winkel.
Tom and Mary don’t often eat lunch together. Tom en Mary lunchen niet vaak samen.
Prices are high these days. De prijzen zijn hoog tegenwoordig.
He gathered his books together. Hij nam zijn boeken bij elkaar.
What were you doing there in the first place? Wat was je daar sowieso aan het doen?
I am very disappointed in you. Ik ben erg teleurgesteld in u.
She came back disappointed. Ze kwam teleurgesteld terug.
Caterpillars enjoy eating green leaves. De rupsen eten graag groene bladeren.
I lived in Boston three years ago. Ik woonde drie jaar geleden in Boston.
I’m not interested. Ik ben niet geïnteresseerd.
And what was more beautiful to see En wat nog prachtiger om te zien was
What should I do if my wife snores? Wat moet ik doen als mijn vrouw snurkt?
Is this line straight or is there a curve in it? Is deze lijn recht of zit er een bocht in?
No, but we do have a large attic. Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
Why is everyone so excited? Waarom is iedereen zo opgewonden?
They cycled there and took the train back. Ze gingen met de fiets heen en met de trein terug.
She always tries to help others. Zij tracht altijd de anderen te helpen.
We didn’t know which bus to take. We wisten niet welke bus we moesten nemen.
She only has a fever, but bad. Ze heeft alleen koorts, maar behoorlijk.
and bread and cake were thrown into the water en er werd brood en koek in het water geworpen