Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"at" Practice Lesson
"at" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
at
aan
on the basis of
a.d.h.v.
What’s up?
Wat is er aan de hand?
on
aan
speaking
aan het woord
Can we sit by the window?
Kunnen we aan het raam zitten?
My house is on the other side of the river.
Mijn huis is aan de andere kant van de rivier.
They were sleeping.
Ze waren aan het slapen.
to work
aan de slag
Tom is shopping at the mall.
Tom is aan het winkelen in het winkelcentrum.
There are trees on either side of the river.
Er staan bomen aan beide kanten van de rivier.
I’m making tea.
Ik ben thee aan het zetten.
We don’t need any more problems.
We hebben geen behoefte aan nog meer problemen.
I prefer the black one.
Ik geef de voorkeur aan de zwarte.
Tom is still at his desk.
Tom zit nog steeds aan zijn bureau.
deep infection of the respiratory system
diepe infectie aan de luchtwegen
There is a restriction in the number of participants.
Er is een beperking aan het aantal deelnemers.
Just ask our mistress yourself, the old woman.
Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw
The Christmas lights shone higher and higher: she now saw them like stars in the sky.
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel.
to make off with
aan de haal met
Pagination
Current page
1
Page
2
Page
3
Next page
Next ›
Last page
Last »