Body parts (head) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the teeth	de tanden
	blue eyes	blauwe ogen
	Get a haircut.	Laat je haar knippen.
	light blue eyes	lichtblauwe ogen
	He had his hair cut short.	Hij liet zijn haar kort knippen.
	When are you getting your hair cut?	Wanneer laat jij je haar knippen?
	He gets his hair cut once a month.	Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
	the mouth	de mond
	the neck	de hals
	corner of the mouth	mondhoek
	the beard	de baard
	Have you got a beard already?	Heb je al een baard?
	He has a beard.	Hij heeft een baard.
	hair growth products	haargroeimiddelen
	Tom and Mary both have blue eyes.	Tom en Mary hebben allebei blauwe ogen.
	the chin	de kin
	double chin	onderkin
	black hair	zwart haar
	She has straight hair.	Ze heeft stijl haar.
	fang	giftand