Understand spoken Dutch

Body parts (head) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
a sullen face een nors gezicht
the eyebrow de wenkbrauw
It turned its head to put it under his wings; but at the same moment there was a terribly big dog close to the duckling. Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
to shut up de mond te snoeren
sparkling eyes fonkelende ogen
he rubbed his chin hij wreef over zijn kin
the eyebrows de wenkbrauwen
Yanni was decapitated. Yanni was onthoofd.
His beard was long and bushy. Zijn baard was lang en ruig.
You still have to comb your hair. Je moet je haar nog kammen.
his homely face zijn hologige gezicht
Have you already brushed your hair? Heb je je haar al geborsteld?
she talks your ears off your head ze kletst je de oren van het hoofd
Her hair is wavy and blonde. Haar haren zijn golvend en blond.
And the tomcat, whom she called her son, could arch his back and purr; he even gave sparks, but then one had to stroke his hair the wrong direction. En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.
Hair grows from your scalp. Haren groeien uit je hoofdhuid.
Tom washes his hair almost every day. Tom wast zijn haar vrijwel dagelijks.
He whirled himself in the water like a wheel, stretched out his neck towards the swans, and uttered such a loud and strange scream that it frightened himself. Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte
Yanni has more mouths to feed now. Yanni heeft meer monden te voeden nu.
She lovingly stroked his beard. Ze streelde liefdevol zijn baard.