Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"gave" Practice Lesson
"gave" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
I thought you cared about Tom.
Ik dacht dat je om Tom gaf.
He ordered me to stand up.
Hij gaf me het bevel om op te staan.
The teacher gave us a new assignment for math.
De leraar gaf ons een nieuwe opdracht voor wiskunde.
Yanni gave Skura his phone.
Yanni gaf Skura zijn telefoon.
He gave me an example.
Hij gaf me een voorbeeld.
He gave the dog a bone.
Hij gaf een bot aan de hond.
How the fire burned, and spread such a delightful warmth!
Wat brandde het vuur daarin, welk een heerlijke warmte gaf het van zich!
it gave light, and where it shone against the wall, it went as transparent as a veil
het gaf licht, en waar het schijnsel op den muur viel, werd deze doorzichtig als een sluier
The doctor gave me clear guidelines for my diet.
De arts gaf me duidelijke richtlijnen voor mijn dieet.
The duckling expressed as his opinion, that it could be different, but the chicken was not able to do that.
Het eendje gaf als zijn mening te kennen, dat het toch ook wel eens anders zou kunnen zijn maar dat kon de kip niet velen.
She gave a bone to the dog.
Ze gaf een been aan de hond.
And the tomcat, whom she called her son, could arch his back and purr; he even gave sparks, but then one had to stroke his hair the wrong direction.
En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.
He whirled himself in the water like a wheel, stretched out his neck towards the swans, and uttered such a loud and strange scream that it frightened himself.
Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte
He delivered a great cross to the striker.
Hij gaf een geweldige voorzet naar de spits.
Tom reluctantly gave Mary what she asked for.
Tom gaf Maria met tegenzin hetgeen waar ze om vroeg.
The king ordered that the prisoner should be set free.
De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.