"his" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He had broken up with his wife.	Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
	Because of the fall, he broke a bone in his leg.	Door de val brak hij een bot in zijn been.
	showed his sharp teeth and	liet het zijn scherpe tanden zien en
	I tell you the truth, although you might find it unpleasant, but that is a proof of my friendship	Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
	his bacon	zijn spek
	his harp	zijn harp
	his scar	zijn litteken
	He looked for his keys.	Hij zocht zijn sleutels.
	Yanni knew his family was poor.	Yanni wist dat zijn familie arm was.
	Tom is still at his desk.	Tom zit nog steeds aan zijn bureau.
	He gathered his books together.	Hij nam zijn boeken bij elkaar.
	his farewell letters	zijn afscheidsbrieven
	Tom isn’t like other boys his age.	Tom is niet zoals andere jongens van zijn leeftijd.
	his collar	zijn kraag
	He clenched his fist.	Hij balde zijn vuist.
	to his relief	tot zijn opluchting
	with his bat in his hand	met zijn knuppel in zijn hand
	His face glowed with excitement.	Zijn gezicht glom van opwinding.
	Without his glasses, he is as blind as a bat.	Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
	in it he saw his own image	het zag daarin zijn eigen beeltenis