House Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	My mother is in the kitchen.	Mijn moeder staat in de keuken.
	I’d like to live on a farm.	Ik zou graag op een boerderij willen wonen.
	telephone number	telefoonnummer
	Yanni bought his own house.	Yanni kocht zijn eigen huis.
	the beautiful house	het mooie huis
	Your book is on the table. (formal)	Uw boek ligt op tafel.
	Go play in your room.	Ga in je kamer spelen.
	The money’s on the table.	Het geld ligt op de tafel.
	Please clean my room.	Kunt u mijn kamer schoonmaken.
	You need to clean the bathroom.	Je moet de badkamer schoonmaken.
	They live in the United Kingdom.	Zij wonen in het Verenigd Koninkrijk.
	the roof	het dak
	We live on Earth.	We wonen op aarde.
	home environment	thuisomgeving
	Can I use your phone?	Mag ik uw telefoon gebruiken?
	garden path	tuinpad
	Tom found his phone.	Tom vond zijn telefoon.
	framework agreement	raamovereenkomst
	My house is on the other side of the river.	Mijn huis is aan de andere kant van de rivier.
	We have to leave now if we want to get home before dark.	Wanneer we voor het donker thuis willen zijn, dan moeten we nu op pad gaan.