Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Tom asked me to take a picture of him.	Tom vroeg me een foto van hem te maken.
	I had jeans on.	Ik droeg een spijkerbroek.
	the clouds were full of hail and snow	de wolken zaten vol hagel en sneeuw
	I need to see that report today.	Ik moet dat rapport vandaag zien.
	Yanni died in Skura’s arms.	Yanni stierf in de armen van Skura.
	Love changes almost everything.	Liefde verandert bijna alles.
	Misery can occur anywhere.	Ellende kan overal voorkomen.
	Does the room have a bath?	Is de kamer voorzien van een bad?
	climate goals	klimaatdoelstellingen
	His hair is starting to turn gray.	Zijn haren beginnen grijs te worden.
	He hardly ever takes a shower.	Hij neemt vrijwel nooit een douche.
	Heat turns water into steam.	De warmte verandert water in stoom.
	a food crisis	een voedselcrisis
	I could use some advice.	Ik zou wat advies kunnen gebruiken.
	Don’t forget to turn the light off.	Vergeet niet het licht uit te doen.
	These cars are built in Japan.	Deze wagens zijn gebouwd in Japan.
	Sami wasn’t really trying to settle down.	Sami wou zich niet echt vestigen.
	Can we have the bill please?	Mogen we de rekening alstublieft?
	It was cold, and in addition, it was windy.	Het was koud, en bovendien was er wind.
	I just got some bad news.	Ik heb net slecht nieuws gekregen.