Understand spoken Dutch

Nouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
A semi-trailer is a trailer that does not have its own front axle and of which an important part of the weight rests on the towing vehicle (the tractor). Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.
I weigh 65 kilos. Ik weeg 65 kilo.
the switchover de omschakeling
the dim corridor de schemerige gang
a sleepless night een slapeloze nacht
the flood de overstroming
indefinite article onbepaald lidwoord
the midfielder de middenvelder
Beware of the dog! Opgepast voor de hond!
A single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers. Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen.
for her old grandmother, the only one who had ever loved her, and who had now passed away, had told her that when a star falls, a soul was going up to God want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt
passionate love passionele liefde
Yanni kneeled on that mat. Yanni knielde op de mat.
Tom and Mary both lied. Tom en Mary logen allebei.
I hate chemistry. Ik haat scheikunde.
in a fit of sobs in een toeval van gesnik
Muslims worship God. Moslims aanbidden God.
a flying eagle een vliegende arend
the acquired knowledge de verworven kennis
flight crimes vluchtmisdrijven