Understand spoken Dutch

Nouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Tom never doubted you. Tom heeft nooit aan je getwijfeld.
We need to secure the gangplank firmly. We moeten de valreep stevig vastmaken.
She changed her plan at the last minute. Ze wijzigde haar plan op het valreep.
a collapsible brass telescope een opvouwbare koperen telescoop
Have you intercepted my letters? Heb jij m’n brieven onderschept?
Ambassador calls president incompetent Ambassadeur noemt president onbekwaam
Why does your anger burn against us? Waarom ontbrandt uw toorn tegen ons?
Inside there was a terrible noise; because there were two families disputing each other’s possession of an eel head, and finally the cat still got it. Daarbinnen was een verschrikkelijk rumoer; want daar waren twee families, die elkaar het bezit van een palingkop betwistten, en eindelijk kreeg de kat die toch.
Towards evening it reached a small, shabby farm hut; it was so dilapidated that it did not know to which side it would fall, and that is why it stayed up Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.
She embarrassed me in front of my friends. Ze zette me voor schut voor mijn vrienden.
You took it out of the oven too soon. Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.
his handwriting got messier zijn handschrift werd slordiger
This is a sensible approach. Dit is een verstandige benadering.
the overcrowded prisons de overbevolkte gevangenissen
A bright winter sun was shining. Er scheen een helder, winters zonnetje.
Choose the correct words to complete the sentence. Kies de juiste woorden om de zin af te maken.
What sparked this conflict? Wat heeft dit conflict doen oplaaien?
A spark caused the gunpowder to explode. Door een vonk ontplofte het buskruit.
Spray cans are handy for graffiti. Spuitbussen zijn handig voor graffiti.
The Polish experts work in Africa. De Poolse deskundigen werken in Afrika.