Particles 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the children	de kinderen
	She could see into the room.	Zij kon in de kamer zien.
	all day	de hele dag
	the time	de tijd
	the little car	de kleine auto
	Where is the bathroom?	Waar is de badkamer?
	Is there a bathroom in the room?	Is er een badkamer in de kamer?
	the old woman	de oude vrouw
	the sitting room	de zitkamer
	Who’s first?	Wie is de eerste?
	on the basis of	a.d.h.v.
	the dining room	de eetkamer
	the sun	de zon
	the state	de staat
	the legs	de poten
	the big question	de grote vraag
	The question is whether he can do it or not.	De vraag is of hij het kan doen of niet.
	the books	de boeken
	the tall woman	de lange vrouw
	the ducks	de eenden