Understand spoken Dutch

Prepositions Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The violin is a string instrument with four strings. De viool is een snaarinstrument met vier snaren.
What does John do in the furniture factory? Wat doet Jan in de meubelfabriek?
We have lunch at around three o’clock in the afternoon. Omstreeks drie uur in de middag gaan we lunchen.
and then twenty more feather-down quilts on the mattresses en toen nog twintig donzen bedden op de matrassen
Do you shave with shaving cream or soap? Scheer je met scheerschuim of zeep?
Is there an ATM around here? Is er een geldautomaat in de buurt?
Let’s figure out a better way to do this. Laten we een betere manier verzinnen om dit te doen.
On Saturday evening he goes to his favorite pub. Op zaterdagavond gaat hij naar zijn favoriete kroeg.
We shouldn’t make fun of him so often. We zouden niet zo vaak de draak met hem moeten steken.
I try to swim a kilometer a day. Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
Tom isn’t like other boys his age. Tom is niet zoals andere jongens van zijn leeftijd.
Can you recommend a restaurant with a good view? Kun je een restaurant aanbevelen met een goed uitzicht?
The redevelopment of the park will take several months. De heraanleg van het park zal enkele maanden duren.
They clapped their wings, and swam proudly in the water. Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.
He does not distinguish between good and evil. Hij maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad.
the children tumbled over each other, in order to catch the duckling de kinderen liepen elkaar omver, om het eendje te pakken
in the presence of the other pupils and teachers in aanwezigheid van de overige leerlingen en leraren
to get married in het huwelijksbootje stappen
Behind that green car is a red trailer. Achter die groene auto hangt er een rode aanhangwagen.
Yes, it was really wonderful out there on the land! Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!