"prince" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	prince	prins
	the prince	de prins
	Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.	Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.
	The prince is handsome.	De prins is knap.
	She’s waiting for the handsome, blond prince.	Ze wacht op de knappe, blonde prins.
	Now the prince took her to be his wife; because now he knew that he had a real princess, and the pea was placed in the cabinet of rarities, in which it can still be seen, if at least no one has stolen it.	Nu nam de prins haar tot vrouw; want nu wist hij, dat hij een echte prinses bezat, en de erwt kwam in het kabinet van zeldzaamheden, waarin zij nog te zien is, als niemand haar ten minste gestolen heeft.