Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Let’s live life together!	Laten we het leven samen beleven!
	You can’t address me like that.	Je kunt me zo niet aanspreken.
	Have you already read the newspaper today?	Heb je vandaag de krant al gelezen?
	Who won the game?	Wie heeft de wedstrijd gewonnen?
	Yanni can stop whenever he wants.	Yanni kan stoppen wanneer hij wil.
	Even if it’s raining, I’ll go for a walk.	Zelfs als het regent, ga ik wandelen.
	We’ll contact him.	We zullen contact met hem opnemen.
	We have scheduled an emergency meeting.	Wij hebben spoedoverleg gepland.
	His son has a talent for music.	Zijn zoon heeft aanleg voor muziek.
	I was absolutely amazed.	Ik was helemaal verbijsterd.
	That was a feeble attempt at humor.	Dat was een flauwe poging tot humor.
	My canary loves fresh fruit.	Mijn kanarie houdt van vers fruit.
	I leave the matter to your judgement.	Ik laat de zaak aan uw oordeel over.
	I have tennis practice later.	Ik heb straks tennisles.
	I never imagined meeting you here.	Ik had nooit gedacht u hier te zien.
	I wasn’t in the mood.	Ik was gewoon niet in de stemming.
	This report is concise and clear.	Dit rapport is bondig en duidelijk.
	Do you wear dentures?	Draagt u een kunstgebit?
	He will not be able to do the work.	Hij zal het werk niet aankunnen.
	Rather than work, she wants to travel.	Veeleer dan werken, wil zij reizen.