"she (short form)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	She plays the guitar.	Ze speelt gitaar.
	She puts a lot of sugar in her coffee.	Ze doet veel suiker in haar koffie.
	in the beginning she did everything	in het begin deed ze alles
	She was still a virgin.	Ze was nog steeds een maagd.
	She suddenly fell silent.	Plots werd ze stil.
	She has a scar.	Ze heeft een litteken.
	She is quite ill.	Ze is behoorlijk ziek.
	She’s overconfident, isn’t she?	Ze is overmoedig, nietwaar?
	She is drawing.	Ze is aan het tekenen.
	She only has a fever, but bad.	Ze heeft alleen koorts, maar behoorlijk.
	She had nightmares.	Ze had nachtmerries.
	She became a nurse.	Ze werd verpleegster.
	She took the pencil and started writing.	Ze nam het potlood en begon te schrijven.
	She is as beautiful as Snow White.	Ze is zo mooi als Sneeuwwitje.
	It is clear that she was killed by a curse.	Het is duidelijk dat ze gedood is door een vloek.
	She no longer responded to my messages.	Ze reageerde niet meer op mijn berichten.
	She’s our neighbor.	Ze is onze buur.
	she gestured	ze gebaarde
	She suddenly kissed me.	Plots kuste ze me.
	She’s shaking her head.	Ze schudt haar hoofd.