Understand spoken Dutch

"they (short form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
They rode together on the tandem. Ze reden samen op de tandem.
They heard the lock creaking. Ze hoorden het slot knarsen.
They skied all day long. Ze hebben de hele dag geskied.
What they did was heroic. Wat ze deden was heldhaftig.
Once here, they are exploited. Eens hier, worden ze uitgebuit.
They claim that they’re innocent. Ze beweren onschuldig te zijn.
They point out the obstacles along the way. Ze duiden de obstakels onderweg aan.
All three of them were acting rather giggly. Ze deden alledrie nogal giechelig.
I listened carefully to what they said. Ik luisterde goed naar wat ze zeiden.
What do they want to protest against? Ze willen protesteren waartegen?
They could have devoured us alive. Ze hadden ons levend kunnen verslinden.
Tom and Mary weren’t able to eat as much as they wanted. Tom en Mary konden niet zoveel eten als ze wouden.
They noticed fewer fractures and head injuries. Ze stelden minder breuken en hoofdletsels vast.
They started kissing wildly. Ze begonnen hartstochtelijk te zoenen.
They discussed the redesigns of the square. Ze bespraken de herinrichtingen van het plein.
They refuse to take a detour because it’s shorter. Ze weigeren een omweg te nemen omdat het korter is.
This restaurant serves only organic food. In dit restaurant serveren ze louter biologisch voedsel.
They warned us about the dangers of drowning. Ze waarschuwden ons voor de gevaren van verdrinking.
I understand somehow that they don’t want to impose the ban. Ik begrijp ergens wel dat ze het verbod niet willen opleggen.
They were arrested for breach of professional secrecy. Ze zijn aangehouden wegens schending van het beroepsgeheim.