Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"to want" Practice Lesson
"to want" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
to want
(long form)
te willen
I would like to see that.
Ik zou dat wel eens willen zien.
I would like to see her every day.
Ik zou haar elke dag willen zien.
Even if I wanted to, I couldn’t do that.
Zelfs als ik het zou willen, zou ik dat niet kunnen doen.
I’d like to know what you plan to do.
Ik zou willen weten wat je van plan bent.
I’d like to live on a farm.
Ik zou graag op een boerderij willen wonen.
I’d like a glass of water.
Ik zou wel een glas water willen.
I don’t think anyone would want to read this book a second time.
Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
I wish you could make it into something else
ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken
“She tried to warm herself,” said some.
«Zij heeft zich willen warmen!» zei men.
I would be grateful if you could do that for me.
Ik zou dankbaar zijn als je dat voor me zou willen doen.
I would like to contribute.
Ik zou graag willen bijdragen.
Surely you don’t want to be wiser than the tomcat and the woman.
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
I don’t mind your groping in the dark for a solution, but I wish you’d come to a decision.
Het maakt mij niet uit dat je in het donker tast naar een oplossing, maar ik zou willen dat je tot een besluit zou komen.
I would like to use this opportunity to thank you.
Ik zou deze gelegenheid willen aangrijpen om je te bedanken.
I’d like to be Picasso.
Ik zou wel willen Picasso zijn.