Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 2nd person plural) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
We hope many of you will come. We hopen dat veel van jullie zullen komen.
We must overcome every obstacle. We moeten ieder obstakel overwinnen.
Politicians need two years of delousing Politici moeten twee jaar ontluizen
We need to maintain the momentum during the race. We moeten de schwung behouden tijdens de race.
When do we speak of saturation? Wanneer spreken we van verzadiging?
People commemorate deceased loved ones. Mensen herdenken overleden dierbaren.
New drivers have to bring relief. Nieuwe chauffeurs moeten soelaas brengen.
Tom and Maria disguised themselves as squirrels. Tom en Maria vermomden zich als eekhoorns.
Judges hold defaulters hostage more often. Rechters laten wanbetalers vaker gijzelen.
Small things often cause annoyance. Kleinigheden veroorzaken vaak ergernis.
don’t silence the voices of the children de stemmen van de kinderen niet doen verstommen
People who go to bed early and get up early live a long time. Mensen die vroeg naar bed gaan en vroeg opstaan, leven lang.
Let’s all cherish our Flemish heritage together. Laten we allen samen ons Vlaamse erfgoed koesteren.
Actually, he should have been torn to pieces. Eigenlijk had hij aan flarden gereten moeten worden.
The discrepancies in the data may indicate measurement errors. De afwijkingen in de data wijzen mogelijk op meetfouten.
The needs of the weakest should serve as a yardstick. De behoeften van de zwaksten moeten dienen als maatstaf.
This restaurant serves only organic food. In dit restaurant serveren ze louter biologisch voedsel.
Do unto others as you would have them do unto you. Bejegen anderen zoals je graag door hen bejegend wil worden.
The fines for stubborn speed offenders are rising. De boetes voor hardleerse snelheidsovertreders stijgen.
Sooner or later the prisoners of war will be liberated. Vroeg of laat zullen de krijgsgevangenen bevrijd worden.