Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 2nd person plural) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Then you have no right to express an opinion when sensible people are speaking. Dan mag je ook geen mening hebben, als verstandige lieden met elkaar spreken.
A well-mannered duckling puts its feet outwards, just like its mother and father do. Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
Children should always be supervised at the pool to prevent drowning. Kinderen moeten altijd onder toezicht zijn bij het zwembad om verdrinking te voorkomen.
Horses run. Paarden rennen.
We hardly see him around here. We zien hem hier amper.
Horses run fast. Paarden rennen snel.
Are they hiding something? Verbergen zij iets?
They are hiding. Zij verbergen zich.
Sheep graze on the heath. Schapen grazen op de heide.
Do they never drink alcohol? Drinken zij nooit alcohol?
They always mock him. Ze steken altijd de draak met hem.
Some men wear jewelry. Sommige mannen dragen sieraden.
Strange that they worship the sun. Vreemd dat ze de zon aanbidden.
The horses are drinking from the water trough. De paarden drinken uit de watertrog.
They must endure a setback. Zij moeten een tegenslag verduren.
The trees provide shelter from the sun. De bomen bieden beschutting tegen de zon.
A lot of kids wear jeans. Veel kinderen dragen een spijkerbroek.
Traitors will be deported. Verraders zullen gedeporteerd worden.
Prices are continuously rising. De prijzen stijgen onophoudelijk.
We need to move the meeting. We moeten de vergadering verschuiven.