"where" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Where is the metro?	Waar is de metro?
	Where did you buy that bag?	Waar heb je die tas gekocht?
	Where are there a lot of hotels?	Waar zijn er veel hotels?
	Where do you buy bus tickets?	Waar koopt men buskaartjes?
	Where is the nearest shop?	Waar is de dichtstbijzijnde winkel?
	Where is the nearest train station?	Waar is het dichtstbijzijnde station?
	Where are there a lot of sites to see?	Waar zijn er veel bezienswaardigheden?
	That’s how it arrived at the great swamp, where the wild ducks lived.	Zo kwam het aan het grote moeras, waar de wilde eenden woonden.
	The poor animal did not know what these birds were called nor where they were flying to	Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen
	Where do you study?	Waar studeer je?
	Where can I pray?	Waar kan ik bidden?
	Where are there a lot of bars?	Waar zijn er veel bars?
	Where is there a bakery?	Waar is de bakkerij?
	Where are the passports?	Waar zijn de paspoorten?
	Where did Yanni learn to make baskets?	Waar leerde Yanni manden maken?
	this arid, dry land, where there is no water	dit dorre, droge land, waar geen water is
	Could you show me where I am on the map?	Kan u op de kaart aanduiden waar ik me bevind?
	Don’t make promises you can’t keep.	Maak geen beloftes waar je je niet aan kunt houden.
	Where were you the night the factory burned down?	Waar was je op de avond dat de fabriek platbrandde?
	Tom reluctantly gave Mary what she asked for.	Tom gaf Maria met tegenzin hetgeen waar ze om vroeg.