Understand spoken Dutch

"you (singular)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
You’ve got no alibi for the day of the murder. Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.
Why do you need a new ladder? Waarom heb je een nieuwe ladder nodig?
Why would we want to punish you? Waarom zouden we je willen straffen?
Aren’t you even a little curious? Ben je zelfs niet nieuwsgierig?
I tried to tell you. Ik heb geprobeerd het je te zeggen.
Tom never doubted you. Tom heeft nooit aan je getwijfeld.
You took it out of the oven too soon. Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.
Think before you open your mouth. Denk na vooraleer je je mond opendoet.
You should take a closer look. Je zou het beter van naderbij aanzien.
Defog your diving mask before diving. Ontwasem je duikmasker voordat je duikt.
Have you ever traveled by plane? Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
Have you made provisions? Heb je voorzieningen getroffen?
You cannot save the game at this moment. Je kan het spel op dit moment niet opslaan.
I warned you in advance. Ik heb je van tevoren gewaarschuwd.
Even if you’re tired, you must persevere. Zelfs als je moe bent, moet je doorzetten.
I think it’s so great that you often think of everything. Ik vind het zo knap dat je vaak aan alles denkt.
I’m glad you invited me. Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.
I can’t condone what you did. Ik kan hetgeen je deed niet goedkeuren.
I’m sure that Tom will explain it to you eventually. Ik weet zeker dat Tom het je ooit zal uitleggen.
Why did you disobey my order? Waarom heb je mijn bevel niet opgevolgd?