Summary
The Dutch translation for “it” is het.
Examples of "it" in use
There are 450 examples of the Dutch word for "it" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
That’s how it arrived at the great swamp, where the wild ducks lived. |
Zo kwam het aan het grote moeras, waar de wilde eenden woonden. |
|
|
it went in at the toes of her shoes and went out again at the heels |
het liep er bij de neuzen van haar schoenen in en bij de hakken weer uit |
|
|
They were bright white and had long, flexible necks: they were swans |
Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen |
|
|
“It is taking a long time with that egg,” said the duck, who was sitting on it again. |
“Het duurt geducht lang met dat ene ei,” zei de eend, die er nu weer op zat. |
|
|
It lay in the swamp among the reeds when the sun began to shine warmly again. |
Het lag in het moeras tussen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen. |
|
|
It’s hard to fight against what you can’t see. |
Het is moeilijk om te vechten waartegen je niet kunt zien. |
|
|
I couldn't get them in; no matter how much it quacked, it didn't help me! |
Ik kon ze er maar niet in krijgen; hoe ik ook kwakte, het hielp mij niemendal! |
|
|
It’ll be difficult to glue the two pieces together. |
Het zal moeilijk zijn om de twee stukken aan elkaar te lijmen. |
|
|
At first, Tom thought French was difficult, but now he thinks it’s easy. |
Aanvankelijk vond Tom Frans moeilijk, maar nu vindt hij het makkelijk. |
|
|
Now it felt quite ashamed, and hid his head under his wings. |
Nu gevoelde het zich geheel beschaamd en stak zijn kop onder zijn vleugels |
|