Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1112) C (198) D (3921) E (1456) F (203) G (918) H (2207) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (718) N (386) O (794) P (523) Q (2) R (384) S (1093) T (1081) U (193) V (1252) W (1130) X (3) Y (88) Z (915)

Dutch	English	Learn
Een kwinkslag maakt de conversatie leuk.	A witty remark makes the conversation fun.	Learn
een la	a drawer	Learn
een laadpaal	a charging station	Learn
een laag opleidingsniveau	a low level of education	Learn
een laaiend vuur	a blazing fire	Learn
een laatste groeischeut	a last shot of growth	Learn
een lafaard	a coward	Learn
een land dat bekend staat als tolerant	a country that is known as tolerant	Learn
een lang meetlint	a long measuring tape	Learn
een langdurige kwaal	a long-term ailment	Learn
een lange ganzenveer	a long goose feather	Learn
een lange mantel met krijtstreep	a long coat with pinstripe	Learn
een lange nachtpon	a long nightgown	Learn
een lange staart	a long tail	Learn
een lange voorgeschiedenis	a long history	Learn
een lange vrouw	a tall woman	Learn
een lange, houten lepel	a long, wooden spoon	Learn
een lange, zwarte slang	a long black snake	Learn
een leefbaar leven	a livable life	Learn
een leerboek	a textbook	Learn
een leerrijke en boeiende dag	an instructive and interesting day	Learn
een lege coupé	an empty compartment	Learn
een leger	an army	Learn
een leidinggevende functie	a managerial position	Learn
een lepel	a spoon	Learn
een leraar	a teacher	Learn
een leven	a life	Learn
een licentie	a license	Learn
Een lichte por was genoeg om haar te stoppen.	A slight poke was enough to stop her.	Learn
een lief, klein, zwart katje	a sweet, small, black kitten	Learn
een liefde	a love	Learn
een lier	a winch	Learn
een lieve, kleine, zwarte kat	a sweet little black cat	Learn
een lift	a lift	Learn
een lijst met schoolboeken	a list of textbooks	Learn
een loodgieter	a plumber	Learn