Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
Dutch-English Dictionary - Z
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(9)
2
(3)
A
(709)
B
(1113)
C
(198)
D
(3919)
E
(1456)
F
(203)
G
(918)
H
(2205)
I
(1314)
J
(284)
K
(764)
L
(465)
M
(719)
N
(386)
O
(793)
P
(523)
Q
(2)
R
(383)
S
(1093)
T
(1082)
U
(193)
V
(1253)
W
(1130)
X
(3)
Y
(88)
Z
(914)
Dutch
Recording
English
Learn
Ze kwamen erachter.
They found out.
Learn
Ze kwamen niet opdagen.
They never showed up.
Learn
Ze kwamen tot een schikking.
They came to an arrangement.
Learn
Ze lachte op een honende manier.
She laughed in a derisive manner.
Learn
Ze lachte spottend.
She laughed mockingly.
Learn
Ze leest boeken.
She reads books.
Learn
Ze liet zich niet ontmoedigen door mislukkingen.
She did not let failure discourage her.
Learn
Ze maakt zich zorgen over haar toetsen.
She’s worried about her tests.
Learn
Ze maakten onze inspanningen belachelijk.
They scoffed at our efforts.
Learn
Ze maakten regelmatig optredens.
They made regular appearances.
Learn
Ze moet ergens zijn.
She must be somewhere.
Learn
Ze nam het potlood en begon te schrijven.
She took the pencil and started writing.
Learn
Ze ontmoette hem voor het eerst in Boston.
She first met him in Boston.
Learn
Ze ontwierp de omslag van het tijdschrift.
She designed the magazine cover.
Learn
Ze passen bij elkaar.
They suit each other.
Learn
Ze plannen de heraanleg van de straat voor volgend jaar.
They are planning the street’s redevelopment for next year.
Learn
Ze probeerde hem te stoppen met chantage.
She tried to stop him with blackmail.
Learn
Ze reageerde niet meer op mijn berichten.
She no longer responded to my messages.
Learn
Ze reageerde spottend op zijn compliment.
She responded mockingly to his compliment.
Learn
Ze reageerde toornig.
She responded angrily.
Learn
Ze reden samen op de tandem.
They rode together on the tandem.
Learn
Ze ruimde haar kamer op zodat ik blij ben.
She cleaned her room so that I’m happy.
Learn
Ze schieten op ons af.
They’re firing at us.
Learn
Ze schilderde met spuitbussen op de muur.
She painted with spray cans on the wall.
Learn
Ze schrijft prachtig.
She writes beautifully.
Learn
Ze schudt haar hoofd.
She’s shaking her head.
Learn
Ze schuifelden stilletjes de trap af, om niemand wakker te maken.
They shuffled quietly down the stairs, not to wake anyone.
Learn
Ze sliep al.
She was already asleep.
Learn
Ze speelde in het toneelstuk.
She acted in the play.
Learn
Ze speelt gitaar.
She plays the guitar.
Learn
Ze spelen in het erf.
They’re playing in the yard.
Learn
Ze spelen zo goed.
They play so well.
Learn
Ze spotte met mijn acne.
She made fun of my acne.
Learn
Ze spreekt eerder snel.
She speaks rather quickly.
Learn
Ze spreekt geen Frans.
She doesn’t speak French.
Learn
Ze spreken Engels in de Verenigde Staten.
They speak English in the United States.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
2
Page
3
Page
4
Page
5
Current page
6
Page
7
Page
8
Page
9
Page
10
…
Next page
Next ›
Last page
Last »