Adjectives Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	grapes are sour	druiven zijn zuur
	a pure heart	een zuiver hart
	countless times	talloze malen
	Is the food halal?	Is het eten halal?
	a particular neighbourhood	een bepaalde wijk
	the tenth month	de tiende maand
	a concrete block	een betonnen blok
	Your flies are undone.	Je gulp staat open.
	closer than ever	nauwer dan ooit
	I’m lonely.	Ik ben eenzaam.
	small and frail	klein en tenger
	loud bangs	luide knallen
	painfully slow	tergend traag
	extortionate prices	woekerprijzen
	invasive plants	woekerplanten
	the courgette (British); the zucchini (American)	de courgette
	the digital divide	de digitale kloof
	You were shy.	U was verlegen.
	Wool dyes nicely.	Wol kleurt prachtig.
	their most boring subject	hun saaiste vak