Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I’m free now.	Ik heb nu tijd.
	the whole school	de hele school
	I’m still alive.	Ik ben nog in leven.
	No one knows how long they’ll live.	Niemand weet hoe lang hij zal leven.
	the whole country	het hele land
	It’ll be fine.	Het komt wel goed.
	No one’s home.	Er is niemand thuis.
	Do you know how I can get there?	Weet je hoe ik daar kan komen?
	I’ll be back soon.	Ik ben zo terug.
	I am back home.	Ik ben terug thuis.
	Where is the bathroom?	Waar is de badkamer?
	Yanni went back to his room.	Yanni ging terug naar zijn kamer.
	when I went to the bathroom	toen ik naar de badkamer ging
	Is there a bathroom in the room?	Is er een badkamer in de kamer?
	but she didn’t think about that	maar daaraan dacht zij niet
	with it	ermee
	Let me see.	Laat me eens zien.
	Where’s the head?	Waar is het hoofd?
	I’ll be back by nine.	Ik ben tegen negen uur terug.
	Who else is going with us?	Wie gaat er nog meer met ons mee?