"he" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He drinks coffee every morning.	Hij drinkt elke ochtend koffie.
	Of course, he knows the answer.	Uiteraard weet hij het antwoord.
	I felt safe when he was with me.	Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.
	What did Tom do while he was in Australia?	Wat heeft Tom gedaan terwijl hij in Australië was?
	I was deceived by him.	Hij heeft me bedrogen.
	He had his hair cut short.	Hij liet zijn haar kort knippen.
	before he could say anything else	voordat hij iets anders kon zeggen
	Did he lose consciousness?	Heeft hij het bewustzijn verloren?
	He was treated kindly.	Hij werd vriendelijk bejegend.
	He gets his hair cut once a month.	Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
	He has a beard.	Hij heeft een baard.
	He enters the classroom.	Hij komt de klas binnen.
	He is really not that bad.	Hij is heus niet zo slecht.
	Tom said he wanted revenge.	Tom zei dat hij wraak wilde.
	This is what he was looking for tonight.	Dit is wat hij zocht vanavond.
	“I made it myself,” he said proudly	“Ik heb het zelf gemaakt”, zei hij trots.
	He asked me whether I could do him a favour.	Hij vroeg me of ik hem een plezier kon doen.
	He always says “Hello” when I see him.	Telkens als ik hem zie, zegt hij “Goeiedag!”.
	He was born around 1980.	Hij werd geboren omstreeks 1980.
	You can trust him to keep his word.	Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.