Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Plants need nitrogen for their growth. Planten hebben stikstof nodig voor hun groei.
All of my brothers and sisters were born in Boston. Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.
You had better go and speak to him in person. Je zou hem beter persoonlijk aanspreken.
The conjugation of this verb is tricky. De vervoeging van dit werkwoord is lastig.
She’s unaware of her beauty. Ze is zich niet bewust van haar schoonheid.
Can I quickly pee before we leave? Mag ik even plassen voordat we vertrekken?
it is the first public appearance of Philip het is het eerste publieke optreden van Filip
Learning this language is a piece of cake. Het leren van deze taal is een peulenschil.
She is confident that she will pass the tests. Ze is er zeker van in de toetsen te zullen slagen.
He was the presumed leader of the group. Hij was de gedoodverfde leider van de groep.
The couple gave their children a substantial gift. Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.
That wasn’t a hard call to make. Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.
My appointment as a team leader is an honor. Mijn aanstelling tot teamleider is een eer.
I am involved in the negotiation. Ik ben betrokken bij de onderhandeling.
Tom went to church with his parents every Sunday. Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.
I don’t think that’s a good investment. Ik denk niet dat het een goede investering is.
It started raining around midnight. Omstreeks middernacht begon het te regenen.
We all thought Tom was having a heart attack. We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.
Everyone needs at least one close friend. Iedereen heeft minstens één goede vriend nodig.
She had little experience; nevertheless, she got the job. Ze had weinig ervaring; niettemin kreeg ze de baan.