Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I can’t stand that anymore.	Dat kan ik niet langer aanzien.
	That moped isn’t mine.	Die bromfiets is niet van mij.
	this agreement is observed	dit akkoord wordt nageleefd
	Do you have any vegetarian dishes?	Heb je vegetarische schotels?
	There is a lot of junk on the attic.	Er staat veel rommel op de zolder.
	I don’t want to offend you	ik wil jullie niet beledigen
	Viruses can make you sick.	Virussen kunnen je ziek maken.
	How do I get to the British consulate?	Hoe kom ik bij het Brits consulaat?
	Where can I buy some Chinese food?	Waar kan ik Chinees eten kopen?
	his frayed pillowcase	zijn gerafelde kussensloop
	Do you accept British pounds?	Kan ik met Britse ponden betalen?
	Please keep your eyes wide open!	Houd je ogen wijd open alsjeblieft.
	You need treatment.	Je hebt behandeling nodig.
	Take as much as your heart desires.	Neem zoveel als je hart begeert.
	Is this supposed to be a gift?	Moet dit een cadeau voorstellen?
	I met her by accident.	Ik ontmoette haar toevallig.
	Tom’ll remember.	Tom zal het zich herinneren.
	I lost face.	Ik heb al mijn aanzien verloren.
	He broke his collar bone.	Hij brak zijn sleutelbeen.
	They always mock him.	Ze steken altijd de draak met hem.