Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	his fingertips	zijn vingertoppen
	Don’t let anything else distract us.	Laat niets anders ons afleiden.
	the internet behaviour of their offspring	het internetgedrag van hun kroost
	Is that why you’re single?	Is dat waarom je vrijgezel bent?
	I want to buy this dictionary.	Ik wil dit woordenboek kopen.
	I wish I’d been born Canadian.	Was ik maar als Canadees geboren.
	I was lost in the crowd.	Ik raakte verdwaald in de menigte.
	I need a pain reliever.	Ik heb een pijnstiller nodig.
	that is so unpredictable	dat is zo onvoorspelbaar
	What is the exchange rate?	Wat is de wisselkoers?
	Yanni is popular in his school.	Yanni is populair in zijn school.
	I can’t reveal my source.	Ik kan mijn bron niet onthullen.
	They deported Tom.	Ze hebben Tom gedeporteerd.
	I wanted to hire a coach.	Ik wilde een touringcar huren.
	This dress meets my taste.	Deze jurk voldoet aan mijn gading.
	They were treated rudely.	Zij werden onbeleefd bejegend.
	We will have a math quiz tomorrow.	We hebben morgen een wiskunde toets.
	The thieves split up their loot.	De dieven verdeelden hun buit.
	She wiped the drool off her mouth.	Ze veegde het kwijl van haar mond af.
	I wonder whether Tom was murdered.	Ik vraag me af of Tom vermoord was.