"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the erasure	de uitwissing
	the framework	de omkadering
	the resilience	de veerkracht
	the prophet Isaiah	de profeet Jesaja
	the flight attendant	de stewardess
	The bullet hit the target.	De kogel trof het doel.
	the abuser	de misbruiker
	the allocation	de toewijzing
	the establishment	de oprichting
	the enforcement	de handhaving
	the rubbish bin	de vuilnisbak
	the satisfaction	de voldoening
	the hostages	de gijzelaars
	the propaganda	de propaganda
	the destruction	de vernieling
	The bathroom is upstairs.	De badkamer is boven.
	Listen to the sentence.	Luister naar de zin.
	She rarely got visitors, because the other ducks preferred to swim in the canal, than to come out of the water to talk to her.	Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.
	A great hunt was held; the hunters lay around the swamp; yes, some sat up in the branches of the trees, which stretched far over the reed.	Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.
	the fragrant herbs	de geurige kruiden