Understand spoken Dutch

Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Leave her alone and stop complaining. Laat haar met rust en stop met vitten.
You can do whatever you want to do, of course. Uiteraard kan je doen wat je maar wilt.
I had no idea that you could cook so well. Ik wist niet dat je zo goed kon koken.
I’ll show you a few pictures. Ik zal je een paar foto’s laten zien.
Why do you always keep complaining? Waarom blijf je altijd maar vitten?
They’re going to give me an estimate. Ze zullen me een schatting geven.
We don’t meet anyone by chance. We ontmoeten niemand toevallig.
Tom and Mary don’t often eat lunch together. Tom en Mary lunchen niet vaak samen.
The keys are on my desk. De sleutels liggen op mijn bureau.
He will always have that scar. Dat litteken zal hij altijd houden.
We were going to visit an old lady. We zouden een oude dame gaan bezoeken.
Would you be interested? Zou je geïnteresseerd zijn?
And what was more beautiful to see En wat nog prachtiger om te zien was
What should I do if my wife snores? Wat moet ik doen als mijn vrouw snurkt?
Is that supposed to be a question? Moet dat een vraag voorstellen?
No, but we do have a large attic. Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
I want to talk to the British embassy. Ik wil met de Britse ambassade spreken.
We didn’t know which bus to take. We wisten niet welke bus we moesten nemen.
His witty remark made everyone laugh. Zijn kwinkslag deed iedereen lachen.
Life is short, you have to enjoy it! Het leven is kort, je moet er van genieten.