Understand spoken Dutch

Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The student left without saying anything. De student vertrok zonder iets te zeggen.
Why did you decide to buy this house? Waarom heb je besloten dit huis te kopen?
Extortion can lead to imprisonment. Afpersing kan leiden tot gevangenisstraf.
Some people like sports, and others don’t. Sommige mensen houden van sport, andere niet.
This misery is more than I can bear. Dit is meer ellende dan ik kan verdragen.
Nobody can answer this question. Niemand kan deze vraag beantwoorden.
My position is that we need to cooperate. Mijn stelling is dat we moeten samenwerken.
I have to consider every possibility. Ik moet iedere mogelijkheid overwegen.
it will be especially beneficial to get out again het zal vooral deugd doen om weer buiten te komen
You had better go and speak to him in person. Je zou hem beter persoonlijk aanspreken.
Can I quickly pee before we leave? Mag ik even plassen voordat we vertrekken?
Learning this language is a piece of cake. Het leren van deze taal is een peulenschil.
to draw up test scenarios testscenario’s opstellen
This is the kind of music that Tom likes to listen to. Dit soort muziek vindt Tom fijn om naar te luisteren.
The judge will make a ruling concerning the case. De rechter zal een uitspraak doen inzake de zaak.
That wasn’t a hard call to make. Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.
A loan can help buy a house. Een ontlening kan helpen bij het kopen van een huis.
I want to talk to the American consulate. Ik wil met het Amerikaanse consulaat spreken.
Can I pay by credit card? Kan ik met een kredietkaart betalen?
She would rather read books than watch TV. Zij zou veeleer boeken lezen dan televisie kijken.