Understand spoken Dutch

Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
You should not mock the appearance of disabled people. Je moet niet spotten met het uiterlijk van gehandicapte mensen.
Revenge is a dish best served cold. Wraak is een gerecht dat het best koud geserveerd kan worden.
The lawyer will make a statement concerning the testimony. De advocaat zal een verklaring afleggen inzake de getuigenis.
For received calls, the price drops from 7 to 5 cents. Voor ontvangen oproepen daalt de prijs van 7 naar 5 cent.
I haven’t decided which job to apply for. Ik heb nog niet besloten op welke functie ik zal solliciteren.
Some religious people can be very judgemental. Sommige religieuze personen kunnen zeer veroordelend zijn.
Popular movements express popular displeasure. Volksbewegingen drukken het ongenoegen van de bevolking uit.
You’ll get there in time, so long as you don’t miss the train. Je zult er op tijd aankomen, zolang je tenminste de trein niet mist.
The workers demanded that they talk with the owner. De arbeiders hebben erop aangedrongen met de eigenaar te praten.
Banishment is the removal of someone from a community. Verbanning is het verwijderen van iemand uit een gemeenschap.
You absolutely may not cut pictures out of the books on the bookcase. Uit de boeken die in de kast staan mag je in geen geval plaatjes knippen.
The king ordered that the prisoner should be set free. De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.
He knew that Dumbledore would immediately see through that excuse. Hij wist dat Perkamentus die smoes onmiddellijk zou doorzien.
I needed to get a few wounds treated, with a few stitches. Ik moet een paar wonden laten behandelen, met enkele hechtingen.
Melting polar icecaps could also contribute to an increase in sea levels. Het smelten van de poolkappen kan bijdragen aan het stijgen van het zeeniveau.
After he had received a new kidney, he no longer had to have dialysis. Nadat hij een nieuwe nier had gekregen hoefde hij niet meer te dialyseren.
He laughed so much that he could hardly move. Hij moest zo vreselijk lachen dat hij zich nauwelijks kon verroeren.
Whoever takes on the task must be well-organized. Eender wie de taak op zich neemt, moet goed georganiseerd zijn.
I pledge to be a president who seeks not to divide, but to unify. Ik beloof een president te zijn die niet wil verdelen, maar verenigen.
A pole is a stick used to jump over objects. Een polsstok is een stok die gebruikt wordt om over objecten te springen.