Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The meeting has ended. De vergadering is geëindigd.
You never know how things are going to turn out. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.
Kerry rejects Syria conditions Kerry verwerpt voorwaarden Syrië
“Quack, quack! Come with me, then I will take you into the big world and introduce you in the duck cage: but keep close to me and watch out for the cat!“ “Kwak, kwak! Gaat maar met mij mee, dan zal ik je in de grote wereld brengen en je in de eendenkooi voorstellen: maar zorgt, dat je dicht in mijn nabijheid blijft, en neemt je voor de kat in acht!”
Who’s your favorite musician? Wie is jouw favoriete muzikant?
Tom wants to buy a pony for his son. Tom wil een pony kopen voor zijn zoon.
She’s waiting for the handsome, blond prince. Ze wacht op de knappe, blonde prins.
This car has a diesel engine. Deze wagen heeft een diesel motor.
It’s worth repeating. Het is voor herhaling vatbaar.
He violated a law. Hij heeft een wet overtreden.
It doesn’t matter which team wins the game. Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
Can I have breakfast in my room? Kan ik in mijn kamer ontbijten?
Silver is much cheaper than gold. Zilver is veel goedkoper dan goud.
Do you feel the urge to urinate more frequently? Voel je de drang om vaker te plassen?
The jury will judge fairly. De jury zal eerlijk vonnissen.
He’s trickier than he looks. Hij is listiger dan hij eruitziet.
I want to talk to you before you leave. Ik wil u spreken voordat u weggaat.
That guy happens to be a crook. Die vent is toevallig een oplichter.
The eye-catcher in the garden is the fountain. De blikvanger in de tuin is de fontein.
Steam is used in saunas. Stoom wordt gebruikt in sauna’s.