Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I got left behind.	Men heeft me achtergelaten.
	this arid, dry land, where there is no water	dit dorre, droge land, waar geen water is
	Tom’s recovery took a year.	Toms herstel heeft een jaar geduurd.
	The school needs a pick-me-up.	De school heeft een oppepper nodig.
	Tom just graduated from Harvard.	Tom is net afgestudeerd aan Harvard.
	She has convulsions.	Ze heeft stuiptrekkingen.
	This operation is profitable.	Deze uitbating is winstgevend.
	It’s cool under the canopy of the trees.	Onder het gewelf van de bomen is het koel.
	He’s a real daredevil on his motorcycle.	Hij is een echte waaghals op zijn motor.
	That’s roughly a third of the total.	Dat is ruwweg een derde van het totaal.
	The abyss has swallowed him up.	De afgrond heeft hem verzwolgen.
	My bridegroom cheated on me.	Mijn bruidegom heeft me bedrogen.
	Shared leadership is a must.	Gedeeld leiderschap is een aanrader.
	What’s going on in the East China Sea?	Wat is er gaande in de Oost-Chinese Zee?
	Gust of wind brings down scaffolding	Windstoot haalt stelling naar beneden
	The barn is in the countryside.	De schuur staat op het platteland.
	Yanni’s dog is not aggressive.	De hond van Yanni is niet agressief.
	Wine is an alcoholic beverage.	Wijn is een alcoholische drank?
	The wall is impenetrable.	De muur is ondoordringbaar.
	The bird is not shy at all.	Het vogeltje is helemaal niet schuw.