Summary
The Dutch translation for “himself” is zich.
Examples of "himself" in use
There are 69 examples of the Dutch word for "himself" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
and before he well knew how it had happened, he found himself in a large garden, in which fragrant elders bent their long green branches down to the water |
en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen |
|
|
they had only the roof to cover them, through which the wind was howling, although the largest holes had been plugged with straw and rags. |
boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stro en lompen dichtgestopt zijn. |
|
|
to be located |
zich bevinden |
|
|
to get annoyed by |
zich ergeren aan |
|
|
to dress (oneself) |
zich aankleden |
|
|
A great hunt was held; the hunters lay around the swamp; yes, some sat up in the branches of the trees, which stretched far over the reed. |
Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten. |
|
|
to interfere with |
zich bemoeien met |
|
|
to subscribe to |
zich abonneren op |
|
|
he felt behind him |
hij tastte achter zich |
|
|
A single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers. |
Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen. |
|