Understand spoken Dutch

"on" in Dutch

op
Unstarted

Summary

The Dutch translation for “on” is op.

Pronounced the same

Recording English Dutch Learn
to occur (part 1) op
watch out (part 1, imperative 2nd person singular) op
to op
sum up (part 2; imperative) op
lifted up (part 2) op
at op
to resolve (part 1) op
stretched (part 2) op
to appreciate (prefix) op
up op

See also

Recording English Dutch Learn
on aan
on erop

Examples of "on" in use

There are 213 examples of the Dutch word for "on" being used:
Recording English Dutch Learn
who was lurking at the top step die bij de bovenste trede op de loer lag
View the conditions on the intranet. Bekijk de voorwaarden op intranet.
The two were released on bail. De twee kwamen vrij op borgtocht.
He’s a real daredevil on his motorcycle. Hij is een echte waaghals op zijn motor.
The man flew out of the bend on the circuit. De man vloog uit de bocht op het circuit.
The barn is in the countryside. De schuur staat op het platteland.
Tom accompanied Mary on the guitar. Tom begeleidde Maria op de gitaar.
We happened to get on the same bus. We stapten toevallig op dezelfde bus.
A large pillar obstructs the view of the lake. Een grote zuil verhindert het zicht op het meer.
He took a piece of chalk and wrote on the board. Hij nam een krijtje en schreef op het bord.

Themed Courses

Part of Speech Courses