Summary
The Dutch translation for “on” is op.
Examples of "on" in use
There are 213 examples of the Dutch word for "on" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her. |
Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer. |
|
|
One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather! |
Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer! |
|
|
Push the red button. |
Druk op de rode knop. |
|
|
broken on the wheel |
gebroken op het wiel |
|
|
It turned its head to put it under his wings; but at the same moment there was a terribly big dog close to the duckling. |
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje. |
|
|
I drive on the regional road. |
Ik rijd op de gewestweg. |
|
|
A semi-trailer is a trailer that does not have its own front axle and of which an important part of the weight rests on the towing vehicle (the tractor). |
Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust. |
|
|
Yanni kneeled on that mat. |
Yanni knielde op de mat. |
|
|
Press any key. |
Druk op eender welke toets. |
|
|
They rode together on the tandem. |
Ze reden samen op de tandem. |
|