Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1113) C (198) D (3919) E (1456) F (203) G (918) H (2205) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (719) N (386) O (793) P (523) Q (2) R (383) S (1093) T (1082) U (193) V (1253) W (1130) X (3) Y (88) Z (914)
Dutch Recording English Learn
i.f.v.
in function of
Icahn
Icahn (surname)
Icahn stopt gevecht om Dell
Icahn stops fight for Dell
ideale
ideal
idealistisch
idealistic
idee
idea
ideeën
ideas
identiek
identical
identificeren
to identify
identificeren van ontwikkelings-knelpunten en het oplossen daarvan
identify development bottlenecks and resolve them
identiteit
identity
ideologische
ideological
idioten
idiots
idyllisch
idyllic
ieder
every
Ieder kind heeft recht op onderwijs.
Every child has the right to education.
ieder land
every country
Ieder uur telt.
Every hour counts.
iedere
every (long form)
Iedere tien minuten gaat er een bus.
The bus leaves every ten minutes.
iedereen
everybody
iedereen
everyone
Iedereen bleef.
Everybody stayed.
Iedereen gaat.
Everybody will be going.
Iedereen glimlachte.
Everyone smiled.
Iedereen heeft geld nodig.
Everyone needs money.
Iedereen heeft minstens één goede vriend nodig.
Everyone needs at least one close friend.
Iedereen is moe.
Everyone’s tired.
Iedereen kan zijn steentje bijdragen aan de bescherming van het milieu.
Anyone can do their bit to protect the environment.
Iedereen liegt.
Everybody lies.
Iedereen moet zijn fouten erkennen.
Everyone must acknowledge their mistakes.
Iedereen praatte over de ophef op straat.
Everyone talked about the commotion outside.
iedereen was gespannen
everyone was tense
iedereen was humeurig en kortaangebonden
everyone was moody and short-tempered
Iedereen wil zo weinig mogelijk betalen.
Everyone wants to pay as little as possible.
Iedereen zag dat ik voor schut stond.
Everyone saw that I was embarrassed.