Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1112) C (198) D (3921) E (1456) F (203) G (918) H (2207) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (718) N (386) O (794) P (523) Q (2) R (384) S (1093) T (1081) U (193) V (1252) W (1130) X (3) Y (88) Z (915)
Dutch Recording English Learn
vond
found
vonden
found (plural)
vonk
spark
vonken
sparks
vonnis
judgement
vonnissen
to judge
vonnist
judges (verb)
vont
basin
voogd
guardian
voor
in front of
vóór
for
voor
for
voor
before (short form)
voor dag en dauw
before dawn
Voor de internetgigant is het de uitgelezen kans om zijn activiteiten uit te breiden naar een nieuwe sector.
For the Internet giant it’s the perfect opportunity to expand its activities into a new sector.
voor de spelers om zich in te schrijven
for the players to register
Voor de werving van bezoekers voor een vakbeurs, is e-marketing en campagne management een cruciale succesfactor.
For the recruitment of visitors for a trade fair, e-marketing and campaign management are crucial success factors.
Voor dit eigendom moet u onroerende voorheffing betalen.
For this property, you have to pay a property tax.
voor haar
for her
voor half acht
for half past seven
voor hem
for him
Voor het geval dat.
Just in case.
Voor het honkbalspel zijn een handschoen, een knuppel en een bal nodig.
The game of baseball requires a glove, a bat and a ball.
Voor hoeveel?
For how many?
voor mij
for me
Voor mijn aankopen heb ik contant betaald.
I paid for my purchases in cash.
Voor morgenavond.
For tomorrow night.
Voor ontvangen oproepen daalt de prijs van 7 naar 5 cent.
For received calls, the price drops from 7 to 5 cents.
voor te bereiden
to prepare
voor te stellen
to introduce (long form)
Voor vanavond.
For tonight.
Voor wie ben je bang?
Who are you afraid of?
Voor zijn nieuwe woning deed Rembrandt een aanbetaling van een vierde van de totale prijs.
Rembrandt made a deposit of one quarter of the total price for his new home.
vooraan
in the front
vooraanstaand
leading
vooraf
in advance