Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1112) C (198) D (3921) E (1456) F (203) G (918) H (2207) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (718) N (386) O (794) P (523) Q (2) R (384) S (1093) T (1081) U (193) V (1252) W (1130) X (3) Y (88) Z (915)

Dutch	English	Learn
voorgrond	foreground	Learn
voorhand	advance	Learn
voorhechtenis	pre-trial detention	Learn
voorheffing	advance tax payment; withholding tax	Learn
voorhoofd	forehead	Learn
voorhuid	foreskin	Learn
voorjaar	spring	Learn
voorkennis	prior knowledge	Learn
voorkeur	preference	Learn
voorkomen	to prevent	Learn
voorkomen	prevent	Learn
voorkomen is beter dan genezen	better safe than sorry	Learn
Voorkomen is beter dan genezen.	A stitch in time saves nine.	Learn
voorkomende	occurring	Learn
voorleggen	to present	Learn
voorligger	vehicle in front	Learn
voorlopig	provisionally	Learn
voorlopige	provisional	Learn
voornaam	first name	Learn
voornaamste	most important	Learn
voornaamwoord	pronoun	Learn
voornaamwoorden	pronouns	Learn
voornamelijk	mainly	Learn
voornemen	intention	Learn
vooroordeel	prejudice	Learn
vooroordelen	prejudices	Learn
voorop	at the forefront	Learn
vooropgestelde	proposed	Learn
voorover	face forward	Learn
voorraad	stock (products)	Learn
voorraadbeheer	inventory management	Learn
Voorraadbeheer helpt bij het minimaliseren van kosten.	Inventory management helps minimize costs.	Learn
Voorraadbeheer speelt een cruciale rol in de logistiek.	Inventory management plays a crucial role in logistics.	Learn
voorrang	priority	Learn
voorschijn	emerge	Learn
voorschot	advance	Learn