Understand spoken Dutch

"a" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Do you have a light? Heb je een vuurtje?
Yesterday there was a Flemish education decree that includes no less than 4,488 pages. Gisteren kwam daar een besluit van het Vlaams onderwijs bij dat niet minder dan 4.488 pagina’s omvat.
What an angel. Wat een engeltje.
Tom ate a salad. Tom at een slaatje.
a piercing scream een doordringende gil
a man with leprosy een melaatse man
a wildebeest een wildebeest
A great hunt was held; the hunters lay around the swamp; yes, some sat up in the branches of the trees, which stretched far over the reed. Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.
I’ll steal a car. Ik ga een auto stelen.
Be a good girl. Wees een braaf meisje.
a rejection een verwerping
a steaming cup een dampende beker
a holy anointing een heilige zalving
a piece of cake een fluitje van een cent
It was a cowardly attempt. Het was een laffe poging.
Yanni had a flat tire. Yanni had een platte band.
to pay in no time betalen in een mum van tijd
He has a hearty laugh. Hij heeft een gulle lach.
a couple of very strange ferrets een stel heel rare fretten
A semi-trailer is a trailer that does not have its own front axle and of which an important part of the weight rests on the towing vehicle (the tractor). Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.